Nieuw terrassenreglement: vraag tot aanpassing reglement rekening houdend met gegeven adviezen.
08 November 2013
Omtrent punten 7 en 8 van de agenda wens ik: 1 )onze bezorgdheid te uiten omtrent de wijze waarop de Stedelijke Werkgroep Verkeer en de Stedelijke Adviesraad voor mensen met een beperking om advies werd gevraagd; 2) te vragen dat een toevoeging gebeurt bij art. 6 van het reglement op de losse terrassen en art. 3 van het reglement op de vaste terrassen. Met het beleidsplan beloofde het College luisterbereidheid en inspraak. Ik heb mogen vernemen dat het College in eerste instantie geen advies wou vragen, noch aan de Werkgroep Verkeer noch aan de Adviesraad voor personen met een beperking. Uiteindelijk werden inderhaast beide werkgroepen toch bijeengeroepen, wat bij vele leden van de werkgroepen tot vervelende agendaproblemen leidde. Op de Werkgroep Verkeer werd unaniem één bezorgdheid geuit: met de in het reglementen voorziene passage ‘voldoende doorgang voor voetgangersverkeer’ (art. 3, respectievelijk art. 6) wordt onvoldoende rekening gehouden met rolstoelgebruikers, mensen met een buggy, ouderen die zich verplaatsen met een looprek... Kortom voor zij voor wie een loutere voetgangersdoorsteek te smal is en het voor hen tegelijk moeilijk is om zich van en op het voetpad te begeven indien daar een hoogteverschil aanwezig is. Art. 3, respectievelijk art. 6 luidt in het voorgestelde reglement als volgt: ”Voor de toekenning van een vergunning wordt rekening gehouden met de beschikbare ruimte, met inbegrip van voldoende doorgang voor het voetgangersverkeer.” Dit artikel en de geuite bezorgdheid wordt uitvoerig besproken: is ‘voldoende doorgang voor het voetgangersverkeer’ voldoende of is het onvoldoende, wat is de bedoeling van het reglement, wordt het reglement onwerkbaar indien er een aanpassing gebeurt, wat met de omgevingsaanleg die niet in elke straat in Brugge dezelfde is, inzonderheid het al dan niet aanwezig zijn van een hoogteverschil tussen voetpad en de rijbaan, de drukte van het verkeer, enzovoort. Luisterend naar elkaar en elkaars argumenten kwam het tot een unaniem gedragen voorstel, met name om volgend kleine passage toe te voegen aan art. 3, respectievelijk art. 6: ‘Voor de toekenning van een vergunning wordt rekening gehouden met de beschikbare ruimte, met inbegrip van voldoende doorgang voor het voetgangersverkeer en waarbij inzonderheid rekening wordt gehouden met de densiteit van het overige wegverkeer en het risico op conflicten tussen verschillende categorieën weggebruikers.’ Bij de Stedelijke Adviesraad voor mensen met een beperking leeft zelfde bekommernis. Ik citeer uit hun advies : In dit artikel wordt niet vermeld wat een ‘voldoende doorgang’ betekent. Voor een voetganger bedraagt de vrije doorgangsruimte min. 1,50 m. Op plaatsen waar veel voetgangers (alle personen met of zonder beperking, mensen met kinderwagens, senioren en toeristen met bagage…) komen, is er uiteraard meer ruimte nodig. Sommige obstakels, zoals bv. een slecht geplaatst verkeersbord of een reclamebord midden op de stoep, kunnen de doorgang belemmeren en het risico op botsing verhogen. Dit wordt als volgt omschreven in meerdere reglementen en aanbevelingen …’ ; hierop volgt een overzicht van diverse voorgeschreven voorziene beschikbare ruimtes. Tevens geeft de Stedelijke Adviesraad ook mee dat ’het afbakenen van het losse terras met een vaste structuur (bv. bloembak) bij het begin en einde, is voor mensen met een visuele beperking een aanbeveling.’ De tekst zoals voorgesteld door de Stedelijke Werkgroep Verkeer maakt het mogelijk dat bij de beoordeling van een aanvraag rekening gehouden wordt met ALLE weggebruikers, en niet alleen ‘dé voetganger’, en het laat tegelijk voldoende ruimte voor het plaatsen van een terras ook al is er een te smal voetpad maar waar er bijv. geen druk verkeer is en er ook geen niveauverschil is tussen voetpad en de rijbaan. Het is dus geenszins zo dat met het voorgestelde beoogd wordt het plaatsen van terrassen te bemoeilijken, het vraagt enkel expliciet rekening te houden met ALLE weggebruikers. Laat het duidelijk zijn dat Groen voorstander is dat aan de horeca de mogelijkheid wordt gegeven een terras te plaatsen. Groen deelt ook hun bekommernis en steunt hun vraag. De tekst met aanpassing geeft ook aan de politie, die straks een aanvraag moet beoordelen, een meer werkbaar instrument: het vermeldt uitdrukkelijk waar allemaal rekening mee moet worden gehouden, doch beoogt geenszins een strak en restrictief te interpreteren reglement te zijn. Groot was dan ook mijn verbazing op het berek van vrijdag ll. te moeten vernemen dat het voorstel van tekstaanpassing niet wordt aanvaard. De opmerking dat de gevraagde tekstaanpassing ‘vervat zit in de filosofie’ van het reglement, volstaat voor mij niet. Een ‘filosofie’ achter een wet of reglement is weinig afdwingbaar en leidt nodeloos tot latere interpretatieproblemen. En omgekeerd: als het dan toch overeenstemt met de ‘filosofie’, wat weerhoudt het College dan om het op te nemen ? U toont er respect mee voor de mensen die zich de moeite getroost hebben zich inderhaast naar de bijkomende vergadering te begeven, om er dit reglement te bespreken en na te denken over de werkbaarheid ten overstaan van alle burgers; U toont er respect mee voor de mensen met een beperking; U geeft er tegelijk aan de politie, die straks elke aanvraag moet nagaan, een meer werkbaar instrument mee. Ik bemerk trouwens dat bij het antwoord dat wordt gegeven door het College aan het advies van de Stedelijke Adviesraad voor mensen met een beperking letterlijk geciteerd wordt uit de door de Werkgroep Verkeer voorgestelde tekstaanpassing ! U staat er dus achter, maar u wenst het niet expliciet op te nemen in het reglement ? Wij vragen de aanpassing van art. 3 van het reglement op de vaste terrassen en art. 6 van het reglement op de losse terrassen met hetgeen is voorgesteld door de Werkgroep Verkeer . Reeds 3 parijen vragen hetzelfde, ook de sp.a vertegenwoordiger in de Werkgroep Verkeer. Het is dus slechts een kleine moeite om dit, mits akkoord van de gemeenteraad, aan te passen.