De strijd tegen energiearmoede

26 September 2012

Onlangs schatte de voorzitter van het Brugse OCMW het aantal Bruggelingen dat onder de armoedegrens leeft op 12 tot 15.000. Dat is 10 à 13% van de bevolking! En eigenlijk ligt de reële armoede nog veel hoger. De diensten schuldbemiddeling en budgetbeheer van het OCMW en de Brugse welzijnsorganisaties stellen vast dat ook mensen met een modaal inkomen zich steeds vaker bij hun diensten melden. Armoede is een complex probleem dat verschillende levensdomeinen raakt zoals tewerkstelling, huisvesting, maatschappelijke participatie…. In deze verkiezingen lijken ze een vergeten groep hoewel welzijnsorganisaties aan de alarmbel trekken. Een probleem dat steeds meer hallucinante vormen aanneemt is energiearmoede. Energie neemt een steeds grotere hap uit het budget van mensen met een inkomensprobleem. En dat heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats zijn er de steeds hogere wordende energieprijzen. We spreken tegenwoordig al gemakkelijk van gemiddeld 15% van het budget met pieken die veel hoger liggen voor de armste groepen. Ter vergelijking:  een gemiddelde inkomen besteedt ongeveer 6% van zijn budget aan energie.   En dan is de huishuur nog niet betaald. Een armoedeprobleem gaat meestal ook gepaard met werkloosheid of sociale isolatie. Dat betekent dat ze vaak 24 op 24 uur thuis zitten. In tegenstelling tot tweeverdieners met schoolgaande kinderen profiteren ze dus niet van het energieverbruik van hun werkgever of school. Veel armen die een flat of kamer huren waar de energiekosten jaarlijks worden afgerekend, worden op het einde van het jaar geconfronteerd met hoge afrekeningen die ze niet kunnen betalen en waardoor ze verder in de armoedespiraal belanden. Malafide verhuurders houden vaak de maandelijkse voorschotten opzettelijk laag om het huren van zo’n flat of appartement aantrekkelijker te maken. Als die huurders dan hun jaarlijkse kosten niet kunnen betalen is de gedachte vaak: “Het OCMW lost het wel op”. Dat afwentelen van persoonlijke belangen op de maatschappij moeten we in Brugge vermijden. Verhuurders zijn vandaag al wettelijk verplicht de huurprijs en de kosten apart te afficheren. In Brugge kunnen we verder gaan door verhuurders van gebouwen of flats waar de afrekening periodiek gebeurt, te verplichten naast de energieprestatie (EPC) de reële kosten bekend te maken op basis van het gemiddelde verbruik in het gebouw van het vorige afgerekende jaar of periode. Een tweede probleem dat aan de bron ligt van energiearmoede zijn de slechte huisvestingsomstandigheden waarin armen vaak leven. In tegenstelling tot mensen met hogere inkomens wonen ze in huizen die niet of nauwelijks geïsoleerd zijn, ramen die de warmte nauwelijks binnenhouden en verouderde verwarmings- en elektriciteitsinstallaties. Met het systeem van de wooninspecties heeft het stadsbestuur een wapen in handen om eigenaars te verplichten hun woningen aan te passen aan de wettelijke kwaliteitnormen. Jammer genoeg gebeuren die woninginspecties hoofdzakelijk op vraag van de betrokkenen en voor veel kansarmen is die stap te groot. Daarom moeten er in Brugge ook meer ambtshalve woninginspecties worden uitgevoerd in samenwerking met de Brugse welzijnsorganisaties die een meldingfunctie hebben. Maar een voorwaarde is wel dat Brugge, het OCMW en sociale huisvestingsorganisaties voldoende transitwoningen ter beschikking stellen die bewoners die een ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning moeten verlaten, tijdelijk kunnen opvangen. Een andere maatregel kan zijn dat eigenaars van goedkope huurwoningen die aan de kwaliteitsnormen voldoen goedkope leningen kunnen krijgen via een systeem van premies en goedkope leningen om de energieprestaties van hun woning te verbeteren. Die woningen krijgen dan een gratis energiescan en de verhuurders engageren zich om hun huurprijzen niet te verhogen gedurende 9 jaar. Het probleem van energiearmoede heeft dus ook te maken met het schrijnend gebrek aan sociale woningen op het Brugs grondgebied. Een dossier waar ons stadsbestuur beter het schaamrood op de wangen van krijgt. Sociale organisaties schatten dat er tegen 2025 behoefte is aan 1700 extra sociale woningen in Brugge, een stijging met ongeveer 40%.  Dat zijn zo’n 110 woningen die jaarlijks moeten gerealiseerd worden. Daarin moeten we af van het gettodenken: meer sociale woningen moeten gerealiseerd worden door het energiezuinig renoveren van oude panden in de binnenstad en de rand. En er moet vooral ingezet worden op huurwoningen in plaats van koopwoningen zodat huurders van wie de inkomenssituatie verbetert, kunnen uitwijken naar een woning op de privémarkt. En tenslotte is een derde oorzaak van energiearmoede het feit dat veel armen en kansarmen geen weet hebben van hoe ze zuinig moeten omgaan met energie en hoe ze kleine verbeteracties in hun woningen kunnen uitvoeren. Een actie als klimaatwijken die bewoners samenbrengt om hun energieverbruik te rationaliseren, zou een permanent onderdeel moeten worden in de werking van het armoedebeleid. Ook het tewerkstellingsbeleid van het OCMW kan hierin betrokken worden. Het opleiden van armen tot energiebegeleiders die lotgenoten ondersteunen om energie te besparen, zou een speerpunt kunnen worden in de art. 60-werking, het artikel uit de OCMW-wetgeving dat de tewerkstelling van leefloners in openbare besturen en vzw’s organiseert. Ook bij het bouwen en energie-efficiënt renoveren van woningen door openbare besturen op Brugs grondgebied kunnen sociale clausules ingevoerd worden die aan leefloners en langdurige werklozen een tijdelijke tewerkstelling kunnen bieden.