Vrije meningsuiting van stadsmedewerkers verdient betere bescherming

02 Juli 2025

Vrije meningsuiting van stadsmedewerkers verdient betere bescherming

Groen Brugge betreurt verwerping amendement op deontologische code: "Recht op vrije meningsuiting van stadsmedewerkers verdient bescherming, geen vaagheid".

Op de gemeenteraad van maandag 30 juni werd de nieuwe deontologische code voor het stadspersoneel goedgekeurd. Groen Brugge erkent dat de code helder is opgebouwd, rijk aan herkenbare voorbeelden en tot stand kwam via een participatief traject. Maar over één passage uit de tekst rezen fundamentele vragen. Op pagina 14 staat letterlijk: "Zowel privé als professioneel geef ik geen commentaar op mijn werkgever."

"Zo'n formulering lijkt misschien neutraal," zegt gemeenteraadslid Eva Vanhoorne (Groen Brugge), "maar in de praktijk werkt dit verlammend. Medewerkers durven zich zelfs buiten de werkuren niet meer uit te spreken over wat hen als burger raakt – niet in hun wijk, niet op sociale media, niet op een bewonersvergadering. Zelfs het 'liken' van een bericht wordt als risicovol ervaren. Dat is geen cultuur van vertrouwen, maar van angst."

Vanhoorne verwees in de gemeenteraad ook naar haar eerdere interpellatie rond het klokkenluidersstatuut. "Toen stelde ik al: medewerkers moeten zich niet alleen veilig wéten, maar zich ook écht veilig vóélen om bezorgdheden te uiten. Discretie is belangrijk, maar mag geen verlammend stilzwijgen worden."

Om dat evenwicht tussen discretie en burgerzin te bewaken, diende Groen een amendement in. Enkel Open VLD (Voor Brugge) stemde mee. CD&V, Vooruit, N-VA en Vlaams Belang verwierpen het voorstel expliciet.

Vanhoorne: "N-VA stelde zelfs dat het niet nodig was, omdat het recht op vrije meningsuiting al in de wet staat. Maar net dat is het punt: als het zo fundamenteel is, waarom durft men het dan niet gewoon zwart op wit in de code zetten? Burgemeester De fauw beweerde zelfs dat het al in de tekst stond – maar dat is feitelijk onjuist. Ons voorstel wilde net die vrijheid verduidelijken en beschermen."

Het recht op vrije meningsuiting voor ambtenaren is inderdaad wettelijk erkend – onder andere in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en in uitspraken van het Grondwettelijk Hof. Daarin wordt duidelijk gesteld dat ambtenaren zich als burger mogen uitspreken over maatschappelijke thema's, ook over beleid, zolang ze dat doen met respect, loyaliteit en zonder schending van hun discretieplicht.

De drie voorgestelde aanpassingen van Groen:

  1. Vervang de bestaande zin door: "Ik geef geen kwetsende of vertrouwelijkheid schendende commentaar over mijn werkgever. Als ik mij als burger wens uit te spreken over beleid of maatschappelijke thema's, doe ik dit op een respectvolle manier, in eigen naam, en met eerbied voor de discretieplicht."
  2. Voeg toe: "Als stadsmedewerker behoud ik, net als elke burger, het recht om mij buiten werktijd en in eigen naam uit te spreken over onderwerpen die mijn stad aanbelangen, zolang dit op een loyale en constructieve manier gebeurt."
  3. Aanvulling bij het luik over aanspreekpunten, waar nu géén enkele verwijzing staat naar bescherming of discretie: "Bij vragen of twijfels kunnen medewerkers terecht bij hun leidinggevende of vertrouwenspersoon. Deze aanspreekfunctie waarborgt discretie en een veilige context, zodat medewerkers zonder vrees voor repercussie open overleg kunnen voeren."

Vanhoorne: "We vroegen niets onredelijks. Alleen om duidelijkheid. En om onze medewerkers te laten voelen dat ze niet gestraft worden voor betrokkenheid, maar net gewaardeerd."

Tot slot verwees ze naar de symboliek van de raadszaal zelf: "Op de schouw boven ons hoofd staat: 'Alle poorters in het schependom van Brugge, ambachtsman of andere, zijn vrij, zo even de een als de andere.' Wat betekenen die woorden nog, als we zelfs die vrijheid niet durven bevestigen voor wie in onze stad werkt?"