Verkeersveilige oplossing voor Lissewege op de lange baan.
26 Maart 2023
Vlaanderen stelt uit, Brugge kijkt de andere kant op, de Lissewegenaar is eens te meer de dupe.
“Al 14 jaar lang kijken het gewest, de provincie en de stad naar mekaar, maar er bougeert niks om de fietsveiligheid in het noorden van Brugge te verbeteren.” Dat concludeert Groen Brugge uit het antwoord van Vlaams minister Lydia Peeters (Open Vld) op een vraag van Vlaams Parlementslid en co-voorzitter Jeremie Vaneeckhout (Groen).
Lissewege en de expresweg, het blijft een moeilijk verhaal. Het dorp wordt zowat in twee gesneden door deze belangrijke gewestweg, waarlangs zich een hele rist woningen en een lagere school bevinden. Maar ook voor de verbinding met Brugge is Lissewege in ruime mate aangewezen op deze weg, zowel met de auto als met de fiets. De fietser beschikt vandaag over 2 geschilderde strookjes, tussen de dorpskern en Groot Ter Doest. Daarna wordt de fietsroute afgeleid naar de Patentestraat, pittoresk door de polders, maar in winter en duisternis allesbehalve een aantrekkelijke route.
In 2009 al maakte het studiebureau Grontmij Vlaanderen in opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) een uitvoerig rapport ‘Streefbeelden voor de N31, N34 en Alfred Ronsestraat’. De studie voorzag voor de N31 tussen de aansluiting op de (toen nog niet gerealiseerde) A11 in Dudzele en de dorpskern van Lissewege een tweerichtingsfietspad ten westen van de spoorlijn Brugge-Zeebrugge, losgekoppeld van de N31, die tegelijk ook zou kunnen dienen als ontsluitingsweg voor landbouwverkeer als bovenlokale fietsverbinding tussen Lissewege en Brugge/Dudzele.
Bij de aanleg van de A11 werd in 2017 de aansluiting van deze geplande fietsroute op de vernieuwde Stationsweg voorzien. Van daar af is ook de verbinding via de spie richting Brugge mogelijk.
Alleen de aansluiting vanaf de Stationsweg tot Lissewege ontbreekt. Vlaams parlementslid Jeremie Vaneeckhout (Groen) stelde hierover een parlementaire vraag aan bevoegd Vlaams minister Lydia Peeters. Het antwoord is eenvoudigweg onthutsend te noemen: de minister wijst er op dat deze fietsverbinding deel uitmaakt van de fietssnelweg F31 Brugge – Zeebrugge, maar het bepalen van het tracé van die F31 “maakt deel uit van een lopende studie, getrokken door de provincie West-Vlaanderen”.
Namens Groen Brugge reageren gemeenteraadsleden Janos Braem en Andries Neirynck met ongeloof. Janos Braem: “Die studie is VEERTIEN jaar geleden al gemaakt, met een duidelijke keuze om een veilige fietsverbinding van 2,5 kilometer te realiseren tussen Lissewege en Dudzele ten westen van de spoorweg. Dat traject aanleggen vraagt geen technologische spitstechnologie. Het volstaat een simpele landbouwweg aan te leggen parallel aan het spoor en aan beide zijden een aansluiting te voorzien op bestaande wegen. Het is ongelofelijk dat het Vlaams Gewest vandaag zelfs geen enkel perspectief kan bieden wanneer de fietser hier een veilige route krijgt.”
De minister wijst erop dat de provincies zijn aangeduid om inzake de realisatie van de fietssnelwegen met behulp van het fietsfonds een trekkersrol te spelen. Vlaams parlementslid Jeremie Vaneeckhout vindt dit opvallend: “De minister gebruikt de provincies in deze met plezier als schild en alibi voor iets wat in feite haar verantwoordelijkheid is. Dit deel van de fietssnelweg hoort immers overduidelijk bij de gewestweg N31. Het zou haar diensten sieren om in dit eenvoudige maar belangrijke fietsdossier het voortouw te nemen.”
De minister wijst op een interferentie met de studie spoordoortocht Lissewege waarbij Infrabel / Tucrail trekker is. Andries Neirynck reageert: “Ook binnen het stadsbestuur wijst men mij op deze koppeling. Maar de spoordoortocht is een veel complexer dossier dan deze snel te realiseren fietsverbinding. Ik kan mij dan ook niet van de indruk ontdoen dat hier een bewuste strategie speelt. En zelfs als het dat niet is, zou het Brugge sieren harder op tafel te kloppen en werk te maken van een veilige fietsverbinding tussen Dudzele en Lissewege.”
Raf Reuse,
Gemeenteraadslid