minimumdienstverlening in musea?

25 November 2014

In een interpellatie in de gemeenteraad van 24 november 2014 deed toekomstig schepen van personeel en werk Minou Esquenet (CD&V) enkele opmerkelijke uitspraken over de stakingen inde Brugse musea. Zo vindt ze dat de stad moet zorgen voor minimale dienstverlening in de musea bij stakingen. Bovendien wil ze dat de stad de imagoschade  aangericht door de stakingen beperkt met (ongespecifieerde) maatregelen. Dit was mijn reactie in de raad. Ik begrijp de juiste toedracht van de interpellatie van collega Esquenet niet goed . Hoewel ze in haar aanhef stelt het stakingsrecht van iedereen te willen waarborgen, blijkt het opzet toch te pleiten voor mininum dienstverlening. Waar haalt raadslid Esquenet het dat het de opdracht van de stad is minimale dienstverlening te garanderen (in de musea godbetert)?  Naar welke vitale behoefte op sociaal en technisch vlak verwijst mevrouw Esquenet hier dan?   Immers bij een uitspraak over het oneigenlijk gebruik van de prestatiewet door de overheid vanwege de raad van state werd dit gezegd over minimale dienstverlening: “In wezen berust de mogelijkheid om bij conflict prestaties uit te voeren op sociale, technische en in mindere mate op economische motieven. Sociale motieven zijn deze die nauw aansluiten bij het levensbelang van de burger en van de samenleving. Technische motieven, die verbandhouden met het respecteren en instandhouden van het productieapparaat, economische motieven spelen slechts een rol voor zover ze met de sociale en technische verwant zijn.” Ik vraag mij ook af of het raadslid denkt aan de imagoschade die zij met haar vraagstelling berokkent aan haar ACV collega's. Door het democratisch stakingsrecht enkel af te wegen aan zaken als gederfde inkomsten of toeristische imagoschade (als die er al is) versterkt ze alvast de framing dat de vakbonden asociaal en contraproductief zijn.  Zij hecht allicht minder belang aan de rechten die door sociale actie zijn tot stand gekomen? Mag ik ook eens vragen wat zij precies bedoelt met imagoschade? Gaat het om schade waarbij bezoekers van Brugge vaststellen dat wij hier een democratisch land zijn waar werknemers mogen staken? Wat bedoelt mevrouw Esquenet met oplossingen om imagoschade te beperken?  Ze heeft het wellicht niet over het respecteren van het sociaal overleg? Of bedoelt ze dat stakers hesjes moeten dragen met het Brugge-logo en actie moeten voeren buiten de brave new world van de Disneydriehoek? Ik vraag mij ook af of haar vragen reflecteren hoe de cd&v fractie tegenover de stakers en acv staat.