Kan Brugge ergoedbeheer alleen aan?

27 Maart 2014

  Brugge is niet voor niks werelderfgoed. Het patrimonium van onze stad is zeer uitgebreid en kwalitatief. Nochtans is Brugge een kleine stad (op Europese schaal) met navenante budgetten. Op termijn is dit niet langer een houdbare situatie. Zeker niet nu reusachtige waardevolle collecties in leegkomende kloosters moeten gered worden en kerkfabrieken niet zijn aangepast een de hedendaagse eisen van erfgoedbeheer. Ook de aangekondigde besparingen zetten een goed beheer onder druk. “Naar aanleiding van mijn vaststellingen over de restauratieproblematiek in de OLV Kerk stelde ik enkele bijkomende vragen aan het bestuur. Ook werd ondertussen door collega's Pillen (VLD) en Mostrey (Groen) gewezen op de erbarmelijke staat van de koetsencollectie.” stelt Sammy Roelant. “ Er wordt nu een audit gepland door de stad, maar ik denk dat het minder een kwestie is van individuele verantwoordelijkheden dan wel een structureel probleem.” Er zijn weinig steden in Vlaanderen met zo veel expertise als onze Brugse musea. Maar de hoeveelheid erfgoed, roerend en onroerend, in Brugge zijn van een zodanige omvang en kwaliteit dat dit het petje van onze stad te boven gaat. Enkele knelpunten op een rijtje. Binnen de eigen collecties is er het vooruitzicht op een geacclimatiseerd depot zoals aangevraagd in de cultuurbeleidsnota van Steven Slos enkele jaren geleden. Het is ongelooflijk dat dit anno 2014 nog op zich laat wachten. Het staat nu wel gepland als actie 8 rond behoud en beheer in het museabeleidsplan. We hopen dat dit vlug geïmplementeerd wordt en niet bij intenties blijft. In de toekomst blijven de vele collecties buiten de musea Brugge nog steeds in onaangepaste omstandigheden bewaard.   Ondertussen plant men ook (actieplan 5) een dekkende registratie en standplaatsregistratie van de Collectie Brugge. Wetende dat veel archieven last hebben van ontvreemdingen door verzamelaars komt dit niks te vroeg. “Maar hét grote probleem zijn hier de privé-collecties.” zo stelt Roelant   “In het antwoord op mijn schriftelijke vraag hieromtrent stelt het bestuur dat er bij de diverse overheidsinstellingen heel wat roerend erfgoed aanwezig is maar dat de inventarisatie telkens volgens andere modellen gebeurt waardoor centralisatie niet mogelijk is.” Voor de eigendommen van de kerkfabriek is de diversiteit groter en is er onvolledigheid. (Sommige collecties zoals zilverwerk en textiel in Sint-Jacobskerk of de collectie in OLV-kerk werden door de religieus erfgoedconsulent van de musea in de museale standaard Ad Lib opgemaakt). Maar voor de congregaties is er vaak zelfs geen inventaris. ” De museale diensten stellen zelf dat het financieel niet haalbaar is om deze inventarissen samen te brengen en te standaardiseren.   Een ander probleem is dat veel congregaties het komende decennium leeg komen te staan. Dat stelt onze stad voor de prangende situatie wat er zal gebeuren met dit erfgoed als de kloosterlingen zijn verdwenen. Een recente casus is het leegkomen van de Sint-Godelieveabdij in de Boeveriestraat. Een door veel Bruggelingen ongekend pareltje met onder andere een unieke meubelcollectie uit 17de en 18de eeuw met veel zorg, passend in de context, samengebracht. Wat zal hiermee gebeuren? Er werd door het bisdom vzw Camino opgericht voor het patrimoniumbeheer van de congregaties en het levensonderhoud van gepensioneerden van de congregatie. Tot op heden is niet duidelijk wat hun actieplan is rond erfgoed. Ook waren er, luidens het antwoord op mijn schriftelijke vraag, nog geen contacten tussen de museale diensten en deze vzw. “Indien hier geen passend beleid wordt rond ontwikkeld dreigen we heel wat erfgoed te verliezen aan privécollecties overal ter wereld. Dat zou spijtig zijn en een verarming van onze stad.” aldus Roelant. “ En het paradoxale is dat we het vaak niet zullen weten, omdat er geen inventaris is.” De vraagt rijst ook hoe de samenwerking moet gebeuren tussen congregaties, kerkfabrieken en zelfs andere overheidsdiensten op het vlak van restauraties. De vaudeville rond de OLV vrouw kerk toonde duidelijk aan dat er soms een verschil is in visie en aanpak tussen de verschillende spelers. Zo stellen de museale diensten in het antwoord op mijn SV dat zij vaak aanbieden om werken veilig te bewaren tijdens restauratie maar dat hier niet wordt op ingegaan. “Als de overheid, terecht, vele miljoenen euro's investeert in de restauratie van kerkelijk erfgoed mag de vraag toch gesteld worden hoever de autonomie reikt van de eigenaars in het beheer er van. Ook hier moet dringend scherper beleid rond gevoerd worden.”   “Ik geef een voorbeeld. Tijdens de jaarlijkse Blindekensprocessie wordt de 14de eeuwse polychrome Madonnasculptuur meegedragen, een zeldzaam Europees topstuk van onschatbare waarde. Het is belangrijk dat levend erfgoed in stand blijft zoals deze processie. Maar dat met het echte beeld wordt rondgelopen is verre van aangewezen.”stelt Roelant “Alsof men in Firenze met een Donatello door de straten zou lopen. Vandaag de dag kan gerust een 3D print dienen ter vervanging van het beeld zonder aan de waarde van de processie te raken.” Ondertussen wordt de Blindekenskapel beheerd door het OCMW. Dit is absurd. Dit soort zaken behoort niet tot haar kerntaken en moeten dan ook overgedragen worden aan de musea. Zodat beheer en veiligheid op een optimale manier kunnen verzekerd worden.”   Maar ondertussen dreigen ook de besparingen risico's in te houden voor het beheer. De stad stelt dat pensioneringen zullen opgevangen worden door interne verschuivingen. “Maar in de musea zijn een aantal mensen bezig met zeer gespecialiseerd werk. Ik denk zowel aan de mensen van de restauratie als aan kenniswerkers rond de collecties. Hoe zij intern zouden kunnen vervangen worden is mij een raadsel” zegt Sammy Roelant. “ De sluipende besparingen dreigen op lange termijn veel opgebouwde expertise verloren te laten gaan en de collecties te deterioreren." Met Groen Brugge willen we onze bezorgdheid uitdrukken over het magnifieke Brugse patrimonium. Eerder dan een rondje zwartepiet doorschuiven moeten we tot een soort staten generaal komen van de Brugse erfgoedwereld. Met alle spelers samen kijken voor een duurzame langetermijnvisie en beleid. “Maar het lijkt mij duidelijk. Een kleine stad met 117.000 inwoners heeft niet voldoende financiële draagkracht om dit alleen aan te pakken. Het gebrek aan financiële draagkracht voor zo'n dure aangelegenheid kan ondertussen echter geen reden zijn om het personeel van de musea te viseren, dat tot de top behoort qua expertis. Men moet ook oppassen dat er geen demotivatie ontstaat door zo'n audit. Maar de kwaliteit en omvang van ons werelderfgoed verantwoorden een grotere inbreng vanuit de hogere overheden. Zo kunnen bijvoorbeeld extra Europese middelen worden vrijgemaakt via het budget Creatief Europa, waarvan een van de drie programmalijnen over erfgoed handelt. Maar het is noodzakelijk eensgezind en duidelijk de nood hieraan kenbaar te maken.”zo besluit Roelant   Europees parlementslid Bart Staes vult aan: “Het fonds Creatief Europa kan zeker interessant zijn voor Brugge. Ook kunnen er mogelijkheden zijn voor het onderhoud van historische gebouwen via de Europese Regionale Ontwikkelingsfondsen (EFRO), die door Vlaanderen beheerd worden. Via een project rond het klimaatneutraal maken van gebouwen, zou er bijvoorbeeld geld bekomen kunnen worden voor renovatie en onderhoud om historische gebouwen klimaatneutraal te maken. Brugge zou ook kunnen onderzoeken of bepaalde erfgoeddoelstellingen ook via de Interreg-regio's, transnationale samenwerkingsverbanden met geld van de Europese structuurfondsen, verwezenlijkt kunnen worden. Voor Brugge zijn dit interessante linken met het Europese niveau die een serieuze meerwaarde kunnen betekenen voor de stad.”