Is Brugge klaar voor een 'groentoets'?

08 Juli 2016

Uit het antwoord op één van mijn vorige interpellaties besluit ik dat het stadsbestuur zich bewust is van de stijging van de zeespiegel ingevolge de opwarming van de aarde. Evenzo lijkt het stadsbestuur zich ervan bewust dat er maatregelen zullen moeten worden genomen om hiermee om te gaan, zogenaamde adaptatie-maatregelen, bijvoorbeeld de bouw van een dam. Maar het schoentje knelt meer dan behoorlijk bij de zgn. mitigatie-maatregelen. Daarom dit voorstel, vertrekkende van twee dossiers en met als doelstelling: een halt toeroepen aan de uitstoot van broeikasgassen en het stukmaken van de voor ons, mens en dier, zo levensnoodzakelijke natuur, willen we niet ten onder gaan niet alleen aan het water en de vervuiling waar we met z'n allen mee verantwoordelijk voor zijn. 1)  de Vaartdijkstraat: thans integraal opengesteld voor wagens ingevolge de werken aan de Boeveriepoort en de geruchten doen de ronde dat, niettegenstaande voorheen anders werd beweerd, ze definitief zal opengesteld blijven; waarbij de Schepen van Mobiliteit zelfs liet weten “nu nog een nieuw breed fietspad daarbij en iedereen is blij”. Neen, niet iedereen is blij. Weg fietsstad, weg STOP-principe, weg groen en de bomen die moeten plaats ruimen voor én personenwagens en fietsers die zich keer op keer moeten zien te handhaven tussen de vele auto's door. Er wordt m.a.w. niet ingezet op het terugdringen van het autoverkeer; er wordt uitsluitend krampachtig gepoogd blijvend de fiets en wagen naast elkaar te laten rijden... iedereen weet echter dat in dergelijk scenario de sterkste wint en de fiets verdrongen wordt, en het gevolg is dat er geen enkele van de nagestreefde doelstellingen wordt gehaald. Het beleid faalt op fietsbeleid, op toegankelijkheid van de stad (zowel per wagen als per fiets), op leefbaarheid van de stad en randgemeenten, op veilig verkeer voor schoolgaande jeugd, op parkeermogelijkheden, op milieubeleid, op groen in de stad, op gezondheid en gezonde leefomgeving, op veilige en aangenaam berijdbare wegen in de binnenstad... 2)  het stadiondossier: 'alles voor een nieuw stadion voor Club Brugge langsheen de  Blankenbergesteenweg'. Dat hiertoe natuur en  landbouwgrond moet worden opgeofferd en bijkomend, andermaal, moet worden geïnvesteerd in een 'perfecte' bereikbaarheid daarvan met, alweer, de wagen lijkt niet door te  dringen, en nog minder de gevolgen daarvan op diverse vlakken; tevens omdat geld dat in een nieuw stadion zal worden geïnvesteerd niet in andere zaken zal kunnen worden geïnvesteerd. Weg landbouwgrond, weg bruikbaar en bereikbaar Jan Breydelstadion (althans voor Club-supporters), weg geld om in te zetten op maatregelen tegen armoede, op veiligheid, op gezondheid, op het realiseren van groene ideeën als korte keten, cradle-to-craddle, projecten ter bevordering van duurzaam wonen, zorg voor steeds ouder wordende bevolking én tegelijk het aantrekken van jongeren, duurzame werkgelegenheid, enzovoort. Terugdringen van autoverkeer en tegengaan van uitstoot van broeikasgassen in het algemeen, zullen maar lukken als je daadwerkelijk inzet op andere vervoersmodi en alle facetten van het stadsbeleid anders gaat gaan bekijken. Telkens toegeven aan maatregelen die in de eerste plaats de wagen faciliteren, werkt niet en verdringt integendeel de alternatieven, die bovendien zonder centen dreigen achter te blijven. Dit betekent echter dat ook op elk ander domein diezelfde reflex moet aanwezig zijn; verandering waarbij gedragsverandering wordt nagestreefd vereist immers dat tegelijk de mogelijkheid wordt geboden je gedrag aan te passen en dat het af te leren gedrag wordt bemoeilijkt of onmogelijk wordt gemaakt. Dit betekent dus dat ook bij elk project van ruimtelijke ordening diezelfde aftoetsing moet gebeuren; ook bij beslissingen op het vlak van toerisme, haven, welzijn, onderwijs, economie...; en zelfs bij concrete milieu-voorstellen: ondertekenen alleen van het burgemeester-convenant is onvoldoende; ook de sensibilisering van de Brugse bevolking gebeurt te versnipperd en uitsluitend naar aanleiding van dit of dat event, zonder dat er sprake is van een aanhoudend beleid dat de sensibiliseringscampagne blijvend ondersteunt. Kortom, elke beslissing die wordt genomen zou een 'groentoets' moeten doorstaan. De best geplaatste persoon in het college is daarbij de schepen van Financiën: bij toekenning van de budgetten, op het moment van de opmaak van de begroting, wordt voor elke uit te geven cent nagegaan 'wat bereik ik daarmee op het vlak van het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen, op het vlak van de gezondheid van mens en dier; draagt deze uitgave bij tot respect voor de natuur waarvan we in ons voortbestaan afhankelijk zijn'. Wordt daarbij vastgesteld dat er geen bijdrage wordt geleverd of zelfs meer wordt vervuild, gaat het dossier terug en wordt nagegaan: in wat kan ik het voorgestelde veranderen, welk alternatief heb ik, dat wel een bijdrage levert? Een 'groentoets' is onontbeerlijk.