Brugge heeft recht op voltijdse schepenen
26 Juni 2019
De parlementaire en federale verkiezingen zijn achter de rug. Voor 2 Brugse Schepenen betekent dit dat ze voortaan hun job van Schepen te Brugge zullencombineren met een job in het Vlaams dan wel Federaal Parlement.
De bevoegdheden waar we het hier over hebben zijn: ruimtelijke ordening (monumentenzorg,
wonen, huisvesting, handhaving), leefmilieu (specifiek stadslabo en milieuvergunning) en sport;
openbaar domein (openbare werken, wegen, groen, begraafplaatsen en stadsreiniging), financiën,
eigendommen, erediensten en algemeen bestuur.
Geen klein bier.
De uitdagingen op al deze domeinen voor een stad als Brugge zijn gigantisch: armoede stijgt, groen
verdwijnt zowel groen in de zin van natuur als groen in de zin van jongeren en jonge gezinnen,
wegeniswerken zijn op veel plaatsen noodzakelijk, betaalbaar wonen en huisvesting is voor vele
gezinnen een groot probleem aan het worden, er zijn de uitdagingen op vlak van mobiliteit die hun
invloed hebben op het beleid van ruimtelijke ordening, er is de luchtvervuiling die net als de
immobiliteit stijgt in Brugge, er is de problematiek van de eigendommen van de Stad die ofwel staan
te verkommeren ofwel worden uitverkocht in plaats van hier een beleid rond te voeren, er is
daarnaast de leegstand van gebouwen van erediensten die op een herinvulling wachten, en rond en
bij dit alles dient best ook een gezond financieel beleid gevoerd te worden.
Twee Schepenen vinden alvast dat deze uitdagingen cumuleerbaar zijn met een al even niet
onbelangrijke taak van vlaams of federaal volksvertegenwoordiger.
Deze 2 Brugse Schepenen hebben ook in de beide verkiezingen (gemeente en vlaams/federaal) niet
onder stoelen en banken gestoken hoe groot de uitdagingen wel zijn.
Ze hebben uitgepakt met programma’s waarin ze het belang van hun werk onderstrepen, waarin ze,
zelfs tot vervelends toe, de burger rond de oren slaan met hun kennis en kunde om de uitdagingen
van vandaag de baas te kunnen.
In beide verkiezingen.
Vanaf nu zullen zij deze beide uitdagingen combineren.
Ze worden daar ook royaal voor vergoed.
Ongeacht wat de Schepen onder zijn/haar bevoegdheid heeft, bedraagt deze wedde (cijfers 2018):
7.843,70 EUR bruto per maand, vermeerderd met vakantiegeld dat wordt berekend conform de
regels voor de leden van het gemeentepersoneel niveau A en een eindejaarspremie.
Daarnaast heeft elke Brugse Schepen x aantal betalende mandaten, waarvoor ook een vergoeding
wordt ontvangen, en daarnaast ook gebruikelijk een onkostenvergoeding (verplaatsingsvergoeding)
wordt betaald.
De wedde van een Vlaams en Federaal Parlementslid bedraagt nog meer, en naast ook daar bovenop
eveneens een vakantiegeld en eindejaarspremie, ook recht op uittredingsvergoeding en een
maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding.
Van geen van beide ambten kan dus worden gezegd dat dit deeltijdse jobs zijn.
Dit beweren 2 Brugse Schepenen echter wel, want ze zullen hun schepenambt deels laten staan voor
hun werk in Brussel.
Tenzij deze 2 schepenen voortaan dag en nacht werken: 16 uur per dag, 10 dagen in de week.
Iets zegt mij dat alleen al dit laatste aangeeft dat beweren dat zoiets kan je reinste onzin is.
Toch doen ze dit en ze worden daar ook zo voor vergoed.
Ook naar vakantiegeld, eindejaarspremie en uittredingsvergoeding toe.
De cumul van vergoedingen wordt slechts beperkt afgetopt.
Alles met het belastinggeld van de Bruggeling voor wat hun schepenambt betreft.
Een ander deel van ons belastinggeld gaat naar hun vergoeding als parlementair, waar ze ook nog
genieten van een maandelijks, forfaitaire onkostenvergoeding.
Wie de invulling van hun mandaat zal doen, zijn de ambtenaren die hiervoor met minimale middelen
en met steeds minder personeel (teneinde de Brugse financiën rond te krijgen) de ‘visie’ van de
schepen/vlaams-federaal volksvertegenwoordiger moeten zien uit te voeren.
Tegen een loon dat veel minder is, en dat geen recht geeft op een royale uittredingsvergoeding bij
einde job.
Vragen:
- Hoe gaat het stadsbestuur om met 2 Schepenen die voortaan een deel van hun schepenambt niet meer kunnen vervullen nu zij kiezen om tegelijk een voltijds mandaat in het parlement op te nemen.
- Hoe gaat het stadsbestuur om met de vaststelling dat ook nu weer de Bruggeling de wedde betaalt van thans 2 Schepenen die voortaan hun schepenambt nog slechts deeltijds kunnen uitoefenen, en diezelfde Bruggeling ook meebetaalt in de financiering van de wedde van het andere mandaat dat evenzeer slechts deeltijds zal kunnen worden uitgeoefend?
- Durft het stadsbestuur beweren dat de bevoegdheden van de schepenen deze cumul van mandaten toelaat, en aldus beweren dat er slechts de helft van werk te doen is?
Charlotte Storme
Gemeenteraadslid Groen