Aanpakken van armoede vraagt meer dan louter OCMW-beleid

25 Juni 2017

Op de agenda van deze gemeenteraad staan de cijfers van het werkingsjaar van het OCMW. Cijfers waaruit af te leiden valt, min of meer toch, hoe het is gesteld met de welvaart in Brugge en meteen ook dat er nog heel wat mensen zijn in Brugge die het financieel moeilijk hebben, en daarbij aansluitend ook problemen kennen op het vlak van werk, wonen, gezondheid, onderwijs en welbevinden voor zichzelf en het ganse gezin. De aan armoede gekoppelde problemen zijn soms de oorzaak (bv. geen werk hebben, gezondheid die tegenslaat…), soms zijn ze het gevolg van armoede (bv. de woonproblematiek, de moeilijkheden om de schoolfactuur te betalen, spijbelgedrag omdat men ‘er niet bij hoort’...). En soms is het een vicieuze cirkel waarbij oorzaak en gevolg de cirkel in beweging houden en waar moeilijk uit te breken is. Foto: Karin Robert Recent werden cijfers gepubliceerd door Kind & Gezin omtrent in armoede levende kinderen. Voor Brugge staan volgende cijfers 'mooi' gepresenteerd: Kansarmoedecijfer 2016: 9,6 % (cijfer 2015: 8,5%) Niet meteen iets om blij van te worden. Cijfers die nog schrijnender zijn als je kijkt naar bepaalde gebieden in Brugge, met als uitschieter Zeebrugge, met een algemeen armoedecijfer van +/-18 %!  Mogelijke oorzaken van armoede zijn gekend, evenzo de gevolgen van armoede die er op hun beurt oorzaak van zijn dat een vicieuze cirkel ontstaat en blijft bestaan. Op geen van die vlakken kan het OCMW binnen de strikte werking van het OCMW zelf een structurele oplossing voorleggen. Ook het stadsbestuur zelf bijft daarbij in gebreke, met name op deze domeinen: Werk Wonen Betaalbare schoolloopbaan Gezondheid en welzijn Beleid gericht tegen uitsluiting van armoede  Op geen van deze punten neemt het stadsbestuur initiatieven die tot doel hebben specifiek voor zij die het financieel moeilijk hebben actie te ondernemen; concrete doelstellingen uit te schrijven waarin acties worden opgenomen die bijdragen tot het uitsluiten van armoede binnen de gemeente; en/of de acties die wel zijn opgenomen in het meerjarenplan concreet gestalte te geven. Mogelijkheden zijn legio nochtans: Werk: samenwerken met de VDAB, aanboren van nieuwe technologieën gekoppeld aan het benutten van de know-how binnen de in Brugge aanwezige scholengemeenschappen; niet enkel de hogescholen maar ook én in het bijzonder het technisch, beroeps- en deeltijds beroepsonderwijs; dit is geen materie voor het OCMW, dit is materie voor het gemeentebeleid; Wonen: gaat niet enkel om sociale woningbouw, maar om een volledige visie over wonen, samenleven, tegengaan van verkrotting en er zorg voor dragen dat in Brugge iedereen gezond en betaalbaar kan wonen; dit overstijgt sociale woningbouw en overstijgt de werking van het OCMW; het vraagt communicatie met verhuurders en de immobiliënsector; Betaalbare schoolloopbanen: waarom is op het grondgebied Brugge nog niet bekomen dat elke school een sociaal beleidsplan heeft, dat elke school toegang geeft aan elk kind ongeacht de dikte van de portemonnee van mama/papa? Dit overstijgt de werking van het OCMW; Gezondheid en welzijn: in Brugge is (eindelijk) een wijkgezondheidscentrum opengegaan, met dank aan sociaal vooruitstrevende artsen; waarom bleef hier elk beleid van de stad uit en werd enkel vanuit het OCMW gehandeld? En tot slot: waarom is ook hier opnieuw de armoedetoets niet gehanteerd bij het voorleggen van diverse punten op de gemeenteraad (budgetwijziging en jaarrrekening OCMW 2016)? Net deze toetsing had kunnen betekenen dat acties die tot structurele aanpak van oorzaken leiden, op de agenda hadden kunnen staan. Immers, de cijfers enerzijds, de werking van het OCMW anderzijds, leren ons dat om armoede uit te sluiten meer moet worden gedaan dan louter OCMW-matig werken. De beslissing van het stadsbestuur om deze rekeningen ‘voor te leggen ter kennisname’ zónder koppeling aan eigen inzicht heeft wel degelijk gevolgen voor personen in armoede… met name dat te weinig wordt gedaan om armoede uit Brugge te bannen. In 2017 is het 100 jaar geleden dat Joseph Wrésinski geboren werd; en is het 30 jaar geleden dat hij volgende definitie neerschreef over armoede: “Bestaansonzekerheid is het ontbreken van één of meer zekerheden, met name het recht op werk, die individuen en gezinnen in staat stellen hun beroepsmatige, gezins- en sociale verantwoordelijkheden op zich te nemen en van hun fundamentele rechten te genieten. De daaruit voortvloeiende onzekerheid kan groter of kleiner zijn en min of meer ernstige en definitieve gevolgen hebben. Ze leidt tot extreme armoede wanneer onzekerheden meerdere levensgebieden bestrijken, een duurzaam karakter aannemen en iemands kansen aantasten om, in de nabije toekomst, op eigen kracht, opnieuw zijn verantwoordelijkheden op zich te nemen en zijn rechten uit te oefenen.” Is het stadsbestuur bereid, zeker in dit jubileumjaar  van ATD Vierde Wereld en met het oog op de nakende begrotingsbesprekingen in de gemeenteraad van september, uiterlijk oktober een concreet plan voor te leggen met als doelstelling armoede uit te sluiten, in samenspraak met verenigingen die daarin onderlegd zijn, Dialoogstad, en -waarom niet- een vertegenwoordiger van elke politieke fractie in deze gemeenteraad? Charlotte Storme Gemeenteraadslid Groen