De uitdagingen, binnen het OCMW zowel als POLITIE, tonen aan dat de STAD werk moet maken van een nauwere en congruentere samenwerking en op elkaar afgestemd beleid.
27 November 2017
Enkele feiten: Brugge kent meer dan andere steden een vergrijzing van haar inwoners; één van de oorzaken daarvan is de ontgroening (steeds minder jonge mensen / gezinnen kiezen voor Brugge om er te wonen / te werken). Daarnaast worden, zoals over te lande, de huishoudens kleiner; meer éénoudergezinnen. Armoede stijgt in Brugge. Terwijl anderzijds niet kan gesteld worden dat het aantal leefloners in Brugge fenomenaal is, wel integendeel als centrumstad scoort Brugge goed: laagst aantal leefloners. Andere fenomenen spelen dus ook een rol dan het niet hebben van werk als oorzaak van armoede. De op voorstel van Groen ingevoerde onderwijscheques worden ook in 2018 verhoogd: men voorziet een noodzakelijke stijging van 50.000 euro naar 60.000 euro. Huren in Brugge is duur: minimaal 600 euro voor een 2-slaapkamer appartement. Voor velen in Brugge die geen eigen woning hebben stilaan onbetaalbaar, temeer ook de markt krapper wordt. Het feit dat huren in Brugge duur is, maar ook een huis aankopen voor jonge mensen veelal geen optie is, werkt de ontgroening in de hand. 32,2 mio EUR is de bijdrage van de stad aan het OCMW voor 2018, stijgend tot 34,6 mio EUR in 2020. We zijn er met Groen van overtuigd dat een aantal zaken waarvoor het OCMW achteraf het nodige doet om zorg en welzijn te bieden aan elke Bruggeling, vooraf kan vermeden worden en/of door een door de stad gevoerd beleid een ommekeer kan bewerkstelligd worden. Hefbomen om uit armoede te komen of armoede te vermijden zijn bij uitstek gelegen in de beleidsdomeinen op het stadsterrein: Woonbeleid: de vaststelling dat huren onbetaalbaar wordt noopt dat de stad dringend stappen onderneemt; dit gaat niet over uitsluitend sociale woningbouw maar ook op het ingrijpen op de private markt, zo bijv. een halt toeroepen aan het in opmars zijn van tweede verblijven en functioneel maken van woningen om er een vakantieverblijf van te maken. Dat gaat ook over inzetten op alternatieve woonvormen die tegelijk een oplossing bieden tegen stijgende vereenzaming en inzetten op een werkelijk inclusieve samenleving. Arbeidsmarkt-werkgelegenheid-onderwijs/opleiding: het kan niet dat je uit werken gaat en het loon dat je ontvangt amper volstaat om in basisonderhoud te voorzien. Minimumverloning is bovenlokaal, maar tewerkstelling creëren en inzetten op onderwijs wanneer je deze voorzieningen in je eigen stad ter beschikking hebt, dan is het een zonde dit alles links te laten liggen. Als stad kan je ook trekker zijn in het de scholen ertoe aanzetten te gaan voor betaalbare schoolloopbanen. Als stad kan je ook inzetten op flankerende domeinen die mede verantwoordelijk zijn voor ontstaan van armoede of niet vermijden van armoede, zoals gezondheidsbeleid. Zorg voor een gezonde omgeving, zet in op gezondheidseducatie en zet in op toegankelijke gezondheidszorg die ook preventief en toegankelijk werkt zoals wijkgezonheidscentra. Een zelfde link mist Groen tussen stad en Politie. Veiligheidsbeleid wordt als ‘politie-taak’ beschouwd, terwijl veiligheid begint bij hoe je je samenleving inricht. Verkeersveiligheid heeft ook te maken met ruimtelijke ordening. Maatschappelijke problemen zoals agressie die we nu zien tussen jongeren zijn evenmin uitsluitend op te lossen door middel van politie-optreden maar vragen een coherente aanpak vanuit stadsbeleid, justitie en politie, en dit alles in samenwerking met de scholen en de ouders. Overlast in uitgaangsbuurten vraagt eveneens om een bijzondere aanpak; een doordacht beleid dat louter repressief politie-optreden overstijgt, maar vertrekt van de oorzaken van de problemen en een out-of-the-box denken bij de aanpak ervan. Daarnaast is er een tekort aan manschappen waar de stad niet meteen in meer manschappen kan voorzien, maar wel blijvend de vraag kan stellen en deze vraag sterk onderbouwen. Dit vereist dat je weet wat in het korps leeft, welke de draagkracht is, wat je eventueel zelf als stad kan doen om de draagkracht te versterken (vb. inzetten op preventie (stadsbeleid) zodat de politie-taak verlicht wordt) enzovoort. Uitgaven noodzakelijk voor zowel OCMW als POLITIE kunnen worden geminderd indien wordt ingezet op een andere kijk en op een anders omgaan met de uitdagingen van vandaag en van daaruit een coherent en inclusief beleid tussen de diverse actoren (OCMW/STAD – POLITIE/STAD) wordt gevoerd. Groen Brugge